Je leest simpelweg klakkeloos wat er staat.
Geen betekenis geven aan het dik gedrukte of schuine woord, aangezien dit vanuit de interpretatie van de schrijver belangrijk is, maar dat hoeft voor jou (en jouw DoeNL) niet zo te zijn.
Als je docent heeft aangegeven dat de dik gedrukte woorden belangrijk zijn dan ga je achteraf, na alle SmartReading stappen gedaan te hebben, de woorden nog eens na en degene die je niet kan reproduceren zet je op je MindMap. Belangrijk is wel dat je dan niet jezelf gaat checken: “zie je wel dat ik een aantal definities niet ken”. (weet je nog: Je kan niet alles onthouden, niet eens 40 woordjes!)
Als je bijvoorbeeld een biologie boek gaat lezen met daarin het menselijke lichaam en allemaal benamingen van de lichaamsdelen, dan ga je eerst het hele boek met de smartmethode lezen. Wil je de focus op het menselijk lichaam, teken je kort het menselijke lichaam met bijbehorende woorden op je MindMap. Je maakt het dan namelijk visueel en dat is leuk voor je brein!